Het zal weinig mensen zijn ontgaan, we hebben in de westerse wereld op dit moment maar één probleem, het coronavirus. Wat zo klein begon, daar ergens in China, werd ineens een groot probleem toen de fabrieken dicht gingen. Wat volgde waren zinloze, kwetsende discussies over een coronalied. Voor de rest hield de gemiddelde Nederlander er zich niet mee bezig. Waar was onze empathie voor de Chinezen in China, voor de Nederlanders die familie hebben in China? Waar was ons gebed voor hen?

Het probleem kwam wat dichterbij toen er besmettingen kwamen in Italië. Het is verbazingwekkend hoeveel mensen er vakantie vieren in februari in Italië. Ondanks het besmettingsgevaar moesten alle vakanties natuurlijk wel doorgaan. Er was natuurlijk wel wat collectieve verontwaardiging over een studentenvereniging, maar voor de rest ging het nog redelijk aan ons voorbij. En in Brabant was er een probleem met het carnaval vieren, maar goed, dat ging ook wel gewoon door.

De sfeer rondom het coronavirus veranderde toen er een coronadode te betreuren was. Het werd wat serieuzer, we zochten wat oplossingen in de handzeep, in de elleboog niezen, we geven geen handen meer bij begroeting en we gingen weer door met ons leven.

Afgelopen weken waren er ‘ineens’ veel besmettingen, ook jonge en gezonde mensen. Half Brabant werd plat gelegd, mensen moesten zoveel mogelijk thuiswerken, contact vermijden. Nog steeds had het coronavirus mij niet bereikt. Nee, ik hoef geen virus te hebben voordat het mij te pakken heeft. Het was nog steeds een ‘ver van mijn bed-show’. Niemand in mijn gezin, in mijn familie, in mijn kerk, op de school van mijn zoon, niemand had het nog. Ja, ik heb last van allerlei paniekreacties van anderen. Ja, ik word opstandig als ik zondags geen handje meer mag geven. Ja, ik kijk vol verbazing naar de sportwereld als alles door moet gaan, omdat het geld regeert. En ja, ik weet van heel veel mensen hoe kwetsbaar hun gezondheid is en dat was nou net de reden dat ik eindelijk maar toch iets meer ging nadenken.

Afgelopen donderdag realiseerde ik me dat ik voorlopig niet meer op bezoek kan bij het oude dametje in het verzorgingstehuis. Ik realiseerde dat de vader van een klasgenootje van mijn zoon de ziekte van non-Hodgkin heeft. En ergens liet mij de noodtoestand van Noord-Italië ook niet los. Zelfs ik begon na te denken over wekelijkse boodschappen, terwijl ik door mijn chaotische gedrag zo’n 15x per week in de supermarkt kom.

Afgelopen donderdag was het overduidelijk waar de prioriteit ligt van dit land. De economie moet blijven draaien, iedereen moet blijven werken, kinderen moeten naar school blijven gaan, we pompen miljarden in de economie. En we mogen vooral niet gaan hamsteren. En oh ja, kerkdiensten gaan ook niet meer door.

Het werd vrijdag en ik ging daadwerkelijk boodschappen doen. Serieus boodschappen doen. Ik voelde me schuldig, ik wil niet hamsteren. En toch geeft het mijn man rust als hij voor minimaal 3 dagen eten in huis heeft. Ik wil ook geen boodschappen doen als ik de longen uit mijn lijf hoest. Ik wil niet meedoen aan massahysterie, maar elke keer kwam weer die gelijkenis van de 5 wijze en 5 dwaze vrouwen in mijn hoofd. Het staat in Mattheus 25. Ik weet niet hoe jullie deze gelijkenis lezen, maar ik heb altijd een hekel aan die wijze vrouwen. Ik zou niet bij ze willen horen, ik snap ze ook niet. Geef die dwaze vrouwen gewoon wat van de olie en iedereen is blij. Zorg voor voldoende voorraad was elke keer de boodschap. En geef dan wel aan de mensen die niks hebben. Ik kwam ook achter mijn primaire levensbehoeften: koffie, chips, chocola en houdbare melk voor in de koffie… Wc-papier had ik nog wel! De behoeften van mijn man waren wat anders, wat nuttiger uiteraard. Ondertussen hebben we voor een paar dagen eten in huis. Dat wat normale mensen altijd hebben, maar ik dus nooit.

Het werd vrijdagmiddag. Ik las dat het coronavirus ook Afrika bereikt heeft. Mijn hart begon te huilen. Wat een enorme puinhoop gaat dat worden. Ik begon te lezen over wat voor ellende een land als Congo te verduren heeft gehad de laatste jaren met ebola. Gelukkig is dat nu bijna officieel voorbij. Maar hoeveel leed heeft dat opgeleverd? Hoeveel moedeloosheid? Hoeveel incomplete gezinnen? En Congo was toch ook dat land waar de sprinkhanen voorbij kwamen? Hoeveel oogst was er nog over? En hoe groot gaat de schade nog zijn als er nog meer sprinkhanen bij komen? Die plaag was nog niet uitgeroeid. Helaas is Congo ook een land waar nu een coronabesmetting is. De gezondheidszorg is uitgeput door ebola, er dreigt een voedselramp en nu weer dit.

Hoe zou ik me voelen als ik vrouw was in Congo? Is er wel voedsel om een voorraadje aan te leggen? Ik denk dat ze andere primaire levensbehoeften hebben dan ik! En oh ja, zondagse kerkdiensten kunnen sowieso gevaarlijk zijn voor christenen in Congo, doordat radicale groeperingen gewelddadig zijn. Kinderen naar school? Veel kinderen in Congo gaan nooit naar school en gaan al mee naar het werk van hun moeder, uiteraard om er zelf ook hard te werken. Congo, zomaar een land in Afrika. Er zijn alleen zoveel van dit soort landen. Congo, het is zover weg… Soms hoef ik een land niet bereikt te hebben, voordat het mij te pakken heeft! En eindelijk trof het coronavirus me!

Al die vrouwen, al die mannen, al die kinderen! Wat gaat de komende tijd voor hen brengen? Honger, ziekte, dood, het is er. Ze kunnen er niet omheen. En wij, wij mogen dat niet! Hoe kunnen we ze in vredesnaam helpen? Ik weet het niet. Ik weet wel dat we dezelfde Vader hebben. Hij houdt van ze, Hij ziet de echte problemen op deze wereld en lijdt met hen mee! Hij geeft ons ook een opdracht, ook in Mattheus 25. Het gaat over het laatste oordeel en Jezus spreekt oordeel over onze daden. De rechtvaardigen snappen het niet helemaal en vragen zich af wanneer ze Jezus hongerig, dorstig, naakt en als vreemdeling gezien. En Jezus antwoord dan heel duidelijk: als je dit voor mijn geringste broeders gedaan hebt, heb je dat voor Mij gedaan.

De wereld heeft een probleem met het coronavirus. De wereld is in rep en roer omdat de westerse wereld beroofd wordt van sportevenementen en vakanties. We hebben last omdat het wcpapier op is in de supermarkt. We hebben last omdat we geen controle meer hebben. We hebben uiteraard geen last van alle ellende in de derdewereldlanden. Het is bizar om te zien hoe dit redelijk genegeerd wordt in de media.

Ik vind het lastig, ik weet namelijk niet hoe ik mijn steentje kan bijdragen voor vrouwen, mannen en kinderen in een land zoals Congo. Ik weet dat we met het Kinderadoptieplan ontzettend veel en mooie dingen doen in Congo. Ook daar zijn we actief in een KinderOntwikkelCentra. Daar vertellen we de kinderen over Jezus, leren ze Hem kennen. Krijgen ze eten en onderwijs. En ben ik vooral dankbaar dat dit zo’n praktische manier is om Gods liefde door te geven, aan jong en oud. Ik ben dankbaar dat zoveel kinderen een plek hebben dankzij het Kinderadoptieplan. Maar ik zou zoveel meer willen, zoveel meer willen bereiken voor een ander. Wat zou het goed zijn om een kind een veilige plek te geven, een plek waar voor ze gezorgd wordt, waar ze liefde krijgen in deze angstige tijd. En samen kunnen we ontzettend veel kinderen zo’n plek geven! Wil je zelf ook een kind een toekomst geven? Ga dan naar ik wil helpen om de droom van een kind uit te laten komen en help op deze manier!

Geschreven door Hetty van den Heuvel

Rekeningnummer: NL63 INGB 0006 2121 24 t.n.v. Kinderadoptieplan o.v.v. een projectnaam
Top
Volg ons: