Hoe het begon
In een klein dorp in Myanmar leefde een mooie jonge vrouw met haar vriend. Ze waren erg gelukkig samen en hielden veel van elkaar.
De jonge man bouwde een huis waar ze samen in gingen wonen. Ook voor haar ouders maakte hij een aparte kamer, zodat ze met zijn allen in dat huis konden wonen. Het duurde niet lang totdat er een baby kwam. Het was een meisje met grote ogen, donker haar en een kleine platte neus.
Het was een vrolijk kind dat gezond was en goed groeide. Ze gaven haar de naam Anwara(*), wat lichtgevend betekent. En dat was ook zo. Anware was een licht voor haar ouders. En dat kwam goed uit want het leven van de vader en moeder van Anware was zwaar. Ze werkten allebei hard maar hadden toch weinig geld voor kleding of eten. Geld om haar naar school te laten was er al helemaal niet. Het leven was ook zwaar omdat er mensen waren die vonden dat zij een verkeerd geloof hadden. Ze werden daar vaak om lastig gevallen en het was zelfs niet meer veilig om daar te wonen.
In deze moeilijke tijd was Anware voor hen een bron van blijdschap en vreugde. Ze was al flink wat ouder geworden. Ze hielp haar moeder goed met het huishouden. Dat moest ook wel want ze had inmiddels zes broertjes en zusjes gekregen.
In een donkere nacht
In een donkere nacht gebeurde er waar je niet aan durft te denken: het huis van Anwara werd in brand gestoken terwijl ze sliepen.
Haar ouders konden net op tijd met hun kinderen uit de vlammenzee ontsnappen. De opa en oma van Anwara helaas niet. Zij werden door de vlammenzee gedood.
Het gezin vluchtte. Ze lieten hun hele leven achter zich. Dit was een verschrikkelijke ervaring. Zowel voor de kinderen als de ouders.
Ze gingen, net als veel andere Rohingya, naar het buurland Bangladesh. De reis duurde zeven dagen. Ze gingen te voet en met een boot. Ze konden terecht in een vluchtelingen centrum dat was opgericht door Bangladesh Nazarene Mission, een onderdeel van de Kerk van de Nazarener. In dat centrum kregen ze weer eten en waren ze voorlopig veilig.
Weer naar school
Op een dag werd Anware uitgenodigd om naar het Kinderontwikkelcentrum te komen. Dat is een soort school die is gesticht door een groep Nazareners die kinderen weer hoop willen geven. Kinderen van alle leeftijden kunnen daar terecht. Ze krijgen les. Ze kunnen er samen spelen en ze krijgen er elke dag warm eten. Voor de oudere kinderen is er ook de mogelijkheid om te praten over hun ervaringen.
Daar ontmoet Anware andere jongeren met soortgelijke verhalen. De groepsdiscussies en de individuele gesprekken met een coach helpen haar om de pijn te verwerken.
Anwara vertelt: “Ik begon weer te dromen in mijn leven”.
De omkeer
Dankzij de steun van het Kinderontwikkelcentrum werd Anwara het eerste meisje in haar familie dat naar school ging, leerde lezen en schrijven. En ze deed het erg goed.
En nu?
Dit is een van de vele voorbeelden van de verandering die een kind kan meemaken als het de kans krijgt om naar school te gaan en wordt uitgedaagd om te dromen over zijn of haar toekomst. Dit voorbeeld geeft ons hoop en moedigt ons aan om kinderen te blijven steunen.
In de video hieronder wordt gezongen over ‘het niet opgeven’. Kijk en geniet van Andy Grammer en het koor.